Carnaval, maskers en rollen

Carnaval is het feest van verkleden, van maskers en van even iemand anders zijn. Maar als je er goed over nadenkt, spelen we in het dagelijks leven ook allerlei rollen – soms met subtiele, soms met duidelijke maskers. Hoeveel van jezelf neem je mee in al die verschillende rollen? En waar ligt de grens tussen flexibel aanpassen en jezelf verliezen?

Congruentie of hoeveel van jezelf past er in de diverse rollen?

Mensen hebben altijd meerdere rollen: ouder, partner, collega, vriend, vrijwilliger, leider, leerling, etc. Elke rol vraagt om specifieke gedragingen en verwachtingen afhankelijk van de context. Dit is normaal en functioneel; het helpt ons om ons aan te passen aan sociale situaties en onze taken goed uit te voeren. Toch is er een grens: als de verschillen tussen rollen té groot zijn en je je in de ene situatie compleet anders voordoet dan in de andere, kan dat leiden tot een intern conflict. Je kunt het gevoel krijgen dat je ‘niet jezelf bent’ of dat je een façade ophoudt. Dit kan stress en zelfs identiteitsproblemen veroorzaken. Je zou je kunnen afvragen: Hoeveel van mezelf past er in deze rol en is dat genoeg?

Congruentie betekent dat je in verschillende rollen toch een zekere kern behoudt. Dat kan betekenen dat je je toon en gedrag aanpast, maar dat je normen, waarden en diepste overtuigingen overeind blijven. Wanneer die kern te veel verschilt per rol, kan dat verwarrend en uitputtend zijn.

Carnaval biedt een mooie metafoor: we zetten even een masker op, spelen een rol en vieren feest. Daarna gaat de schmink eraf en keren we terug naar wie we zijn.

Dat proces zouden we ook in het dagelijks leven bewust kunnen doorlopen: Even stilstaan bij onze rollen en afvragen in hoeverre ze nog echt bij ons passen.

Fijne Carnaval!