Vrijheid is niet vanzelfsprekend
Op 5 mei vieren we Bevrijdingsdag. Een dag om stil te staan bij het feit dat wij in vrijheid leven. Maar wat betekent die vrijheid eigenlijk? En hoe vanzelfsprekend is ze? En hoe zit het met groepen die historisch al minder vrijheid hebben gekend? Denk aan vrouwen, die wereldwijd – en ook in Nederland – nog altijd strijden tegen ongelijkheid, seksueel geweld en het recht op zelfbeschikking. Denk aan de lhbtiq+-gemeenschap, voor wie hand in hand lopen op sommige plekken nog steeds gevaarlijk is. Wie bepaalt eigenlijk wiens vrijheid telt?
Onze vaders en opa’s hebben gevochten voor de vrijheid die wij vandaag kennen. Sommigen lieten het leven voor iets dat groter was dan henzelf: de hoop op een samenleving waarin je mag zijn wie je bent, mag denken wat je denkt, en mag spreken zonder angst. Maar zijn we daar nog steeds?
Het lijkt soms alsof we vrijheid zijn gaan zien als iets dat gewoon is, iets dat ons toekomt. Maar kijk eens verder dan onze landsgrenzen – en soms zelfs binnen die grenzen. Hoe vrij ben je als je niet het ‘juiste’ verhaal vertelt? Als je een mening hebt die afwijkt van de meerderheid? Mag je dan nog zeggen wat je denkt, of word je gecanceld, genegeerd, geridiculiseerd? Vrijheid van meningsuiting lijkt soms alleen te gelden voor wie binnen de lijntjes kleurt, maar vrijheid zou voor iedereen moeten gelden.
Vrijheid is niet iets statisch. Het is geen trofee die je eenmalig wint en daarna op de kast zet. Het is iets levends, iets dat onderhouden moet worden. Vrijheid vraagt waakzaamheid en kritisch denken, moed om op te staan – niet alleen voor jezelf, maar ook voor de ander.
Vrijheid is geen eindpunt. Het is een verantwoordelijkheid. Een opdracht aan ons allemaal. Laten we die aannemen op 5 mei!